Welkom op ons nieuwsblog

De bedrijfs-opvolgingsregeling blijft (voorlopig) bestaan in 2024, maar mogelijk niet voor iedereen

Banners 1200x62834

Op 9 december 2022 heeft het kabinet inhoudelijk gereageerd op het evaluatierapport van het Centraal Plan Bureau (CPB) uit april 2022 over de fiscale bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (DSR). Het kabinet geeft in haar reactie aan hoe zij tegen de BOR en de DSR aankijkt en welke wijzigingen zij voor ogen heeft per 1 januari 2024.

Kabinetsreactie op het CPB-rapport over de BOR en DSR

Het CPB heeft de doeltreffendheid, noodzakelijkheid en doelmatigheid van de BOR en de DSR onderzocht. Het kabinet geeft in reactie op het rapport aan dat zij ervoor kiest de BOR en de DSR niet af te schaffen, maar aan te passen. Het kabinet staat nog steeds achter de doelstelling van de BOR en de DSR: het voorkomen van liquiditeitsproblemen bij reële bedrijfsopvolgingen.

Wel wil het kabinet de knelpunten in de BOR en de DSR oplossen en met name oneigenlijk gebruik van de BOR en DSR aanpakken. De regelingen zullen daartoe worden aangepast. Het kabinet wil daarbij niet alleen oneigenlijk gebruik tegengaan, maar nadrukkelijk ook oog hebben voor de knelpunten die ondernemers bij toepassing van de BOR ervaren. 

Wat zijn de plannen voor de BOR en de DSR?

Het kabinet heeft reeds aangekondigd bij het Belastingplan 2023 dat aan derden verhuurd vastgoed voor de BOR en DSR standaard als beleggingsvermogen zal worden aangemerkt. Vastgoed dat wordt gebruikt binnen de eigen onderneming blijft tot het ondernemingsvermogen behoren. Op dit moment is echter nog onduidelijk wat precies onder ‘eigen onderneming’ moet worden verstaan en, bijvoorbeeld, welk belang een verhuurder in een onderneming moet houden om te kunnen spreken van vastgoed in eigen gebruik.

Het kabinet zal in het voorjaar van 2023 kijken welke aanpassingen in de BOR en de DSR nog meer wenselijk zijn. Daarbij zal onder meer onderzoek worden gedaan naar de volgende vragen: 

  • hoe kan een beter onderscheid worden gemaakt tussen ondernemings- en beleggingsvermogen voor de BOR en DSR?
  • kan de toegang tot de DSR en BOR beperkt worden tot reguliere aandelen waarmee daadwerkelijk ondernemingsrisico wordt gelopen, bijvoorbeeld reguliere aandelen met een stemrecht?
  • is het wenselijk om de dienstbetrekkingseis in de DSR te laten vervallen, dan wel  anders vorm te geven?
  • is het mogelijk om de huidige bezits- en voortzettingseis in de BOR zodanig aan te passen dat deze positiever uitpakken voor de flexibiliteit van ondernemingen (wijziging ondernemingsactiviteiten) waarbij alleen reële bedrijfsopvolgingen in aanmerking komen?
  • is het mogelijk om toepassing van de BOR en DSR te beperken tot een eenmalige toepassing, zodat meermaals gebruikmaken voor dezelfde onderneming tussen dezelfde personen niet mogelijk is (voorkoming van de zogenaamde ‘BOR-carrousel’)?
  • welke knelpunten in de uitvoering die de Belastingdienst en ondernemers ervaren kunnen verholpen worden?

Daarnaast overweegt het kabinet om een extra voorwaarde op te nemen dat bijvoorbeeld 50% van de aandelen en het stemrecht in handen van één familie moet zijn. Waarbij het kabinet direct al aangeeft dat hierbij de nodige kanttekeningen te plaatsen zijn.

In het voorjaar zal het kabinet de tussentijdse conclusies van bovenstaand onderzoek meenemen in de besluitvorming. De Tweede Kamer wordt uiterlijk aan het eind van de eerste helft van 2023 nader geïnformeerd over de uitkomsten daarvan. Het kabinet is voornemens om de uitkomsten van het onderzoek mee te nemen in het Belastingplan 2024, wat in beginsel duidt op nieuwe wetgeving per 1 januari 2024!

Wat kunnen wij voor u betekenen?

Dacht u al na over een mogelijke bedrijfsoverdracht of juist nog helemaal niet? Dan is het raadzaam niet langer te wachten met het inwinnen van de benodigde adviezen en dus in 2023 tot actie over te gaan. Neem hiervoor contact op met Erik van Peursem of Vincent van Hoek, of met een van onze andere collega’s van ons team Family business.